Eerste dag
wakker met fikse hoofdpijn en hoestbuien. gisterenavond besloten mijzelf de slaap te geven die ik nodig heb en geen wekker te zetten.
wakker om 7.24 uur wanneer de zon al lang en breed op is en iedereen al gegeten en gedronken heeft. ik onderga dit besef gelaten, ontheven van het vasten, zonder te balen, het is nu eenmaal zo.
ik steek een kaars aan.
“And We have ordained obligatory prayer and fasting so that all may by these means draw nigh unto God, the Most Powerful, the Well-Beloved.”
- Bahá’u’lláh
ik sluit mn ogen. meteen is de krachtige en liefdevolle energie vd vastentijd voelbaar, gelukkig, het is er nog. door deze energie ben ik 23 jaar geleden bahá’í geworden.
ontbijt bestaat uit paracetamol, koffie en gekookte havervlokken. daarna stomen en de leerkring voor morgen voorbereiden.
Tweede dag
2.00 precies, de tijd is weg. het is alleen de Schepper en ik, zó was het altijd en zo zal het zijn tot het eind.
de wereld verschijnt, ik zit in een enorme hoestbui, die probeer ik te sussen want zondag ga ik zingen. geen paniek, daar is de liefde en zij ontvangt mij open.
"Thou hast endowed every hour of these days with a special virtue, inscrutable to all except Thee, Whose knowledge embraceth all created things."
- Bahá’u’lláh
Derde dag
het is veel makkelijker voor mij om te vasten mét eten (zonder dus), ik bedoel om hem gewoon te houden, niet dat ik hem nu niet houd ik ben immers vrijgesteld ivm ziekte. het is precies dát, het gevoel dat ik hem niet houd omdat ik gewoon eet, zij het sober.
met wat schroom ga ik vandaag zitten om gebeden te zeggen. ik zet mijn bril op en sluit mijn ogen.
ik las een stukje over hoe Dorothy Baker zich in gebed over gaf, elke dag, elk moment weer. ‘is there any other way?’
die is er niet kom ik tot de conclusie. overgave is de benzine in de motor van gebed, de was waardoor de kaars blijft branden.
dan vat mijn hart vlam, het licht wil zich verspreiden. dat kan want zometeen mag ik in de kerk voorzingen en mensen ontmoeten.
‘These are the Days of the Fast. Blessed is the one who through the heat generated by the Fast increaseth his love, and who, with joy and radiance, ariseth to perform worthy deeds.’
- Bahá’u’lláh
Vierde dag
gisteren voelde ik sterk het verlangen om met iedereen mee op te staan en voor de zonsopkomst gebeden te zeggen en te eten maar besloot ook meteen dat ik nog te ziek ben om aan mezelf te gaan sjorren.
vandaag word ik spontaan op tijd wakker. uit gewoonte pak ik mn mobiel en wil alles checken, maar zet hem ook meteen weer uit. dit is wat ik wilde toch? op tijd wakker zijn?
opstaan, één voet voor de ander, klein beetje rekken en strekken. water, geen zin in koffie, jemig wat is mn hoofd warm, paracetamol.
meditatie.
toekomstbeelden en hoop.
wat kan ík doen.
antwoord.
‘Fasting is the cause of awakening man. The heart becomes tender and the spirituality of man increases. This is produced by the fact that man’s thoughts will be confined to the commemoration of God, and through this awakening and stimulation surely ideal advancements follow.’
– Abdu’l-Baha
Vierde dag
ziek zijn zorgt ervoor dat mijn focus op mij is, het is moeilijk daarvan los te komen. het oude patroon ‘ik moet alles alleen doen’ wordt bevestigd doordat ik geen mensen zie.
ik wil mijn focus verleggen maar moet er hard aan trekken, de wereld trekt langs me heen. geen wonder dat je niet mag vasten als je ziek bent!
willen alle koude washandjes zich nu bij mijn bank verzamelen?
Vijfde dag
koortsig in slaap gevallen, vanmorgen bij het wakker worden lijken de vasten verder weg dan ooit. wurm mezelf uit bed, alles plakt, ik moet echt een keer douchen! één taak per dag heb ik met mezelf afgesproken. gisteren na de afwas geen energie meer om nog te koken, maar ik had toch nergens zin in.
lief appje v iemand uit de leerkring
tijdens meditatie voel ik liefde voor iedereen, we zijn bij boek 2
nóg een leerkring boek 1 zou mooi zijn
ineens lijkt het allemaal niet zo ingewikkeld...
“And now I give you a commandment which shall be for a covenant between you and Me -- that ye have faith be steadfast as a rock that no storms can move, that nothing can disturb, and that it endure through all things even to the end; even should ye hear that your Lord has been crucified, be not shaken in your faith; for I am with you always, whether living or dead, I am with you to the end. As ye have faith so shall your powers and blessings be. This is the balance -- this is the balance."
- 'Abdu'l-Bahá quoted in
An Early Pilgrimage by May Maxwell (Pilgrim's Notes)
Zesde dag
meer lezen is een uitdaging die ik eigenlijk alleen in de Vasten aanga want ik kan gewoonlijk slecht onthouden wat er in boeken staat.
In de Vasten is er een kalme rustige energie in de ochtend en dat samen met de discipline van het opstaan zorgt ervoor dat ik soms toch zomaar een half uur iets lees.
deze keer had ik me echt op de structuur die de Vasten biedt verheugd.
er zijn geen afspraken, geen mensen, geen taken, mn hoofd zit vol watten.
het is niet mogelijk om veel rechtop te zitten vandaag.
toch zit ik eventjes bij het raam en lees stukken uit een werk van het UHvG, dat geeft voldoening.
mijn hart is erg actief, ik lees iets dat me raakt. het moet eerst de dag mee in genomen worden tot het weer is weggeëbd.
morgen verder.
alles stap voor stap met mildheid en laten ontstaan uit liefde. deze vasten laten me zien waar het om gaat.
Zevende dag
vandaag is een regenachtige dag zag ik vanachter mijn ramen, maar de lente is sterk en dringt zich naar voren. af en toe zie ik twee vogels elkaar opzoeken en er schijnen ook al lammetjes te zijn geboren! de lente zegt tegen de winter: nu is het klaar!
en het is klaar.
er was regen maar toch heb ik bezoek gehad, dat was zó fijn! iemand bracht boodschappen en later iemand ook nog een pan soep.
vanmorgen zag ik een jong groen blaadje en toen dacht ik: zó wil ik zijn, fris en sterk!
“Het hart van Uw geliefden, echter, zal zich slechts verheugen in de goddelijke Lentetijd van Uw tedere barmhartigheid, die het hart nieuw leven schenkt, de ziel vernieuwt en de boom van het menselijk bestaan vrucht doet dragen.”
- Bahá’u’lláh
Achtste dag
slapenslapenslapen uren slapen
wakker, de lentezon schijnt
echt wakkerwakker
ik sta op, geen koorts, geen verhoging, niet duizelig
hoofdpijn en een soort niet te plaatsen pijn in mn benen, paracetamol
ineens zit ik midden in de vasten, geen koffie, o wat erg
vanuit hartsverlangen veel gebeden
elke ochtend is weer fris en nieuw
de narcis die ik gisteren heb gekregen bloeit, maar mijn aandacht gaat steeds naar de wortels. hoe mooi ik ze vind. hoe wit ze zijn. hoe ze afsteken tegen de donkere aarde. hoe ze kronkelen in alle bochten om te krijgen wat ze nodig hebben voor die ene bloem.
en die bloem kómt! maar alleen omdat zij er zijn, onzichtbaar, verscholen tussen het zwart, elke minuut hun werk doende.
“There are various stages and stations for the Fast and innumerable effects and benefits are concealed therein. Well is it with those who have attained unto them.”
- Bahá’u’lláh
Negende dag
vandaag overheerst een groot gevoel van dankbaarheid
beterschapskaartje
bakje met eten van iemand van de schildersezels
de luxe om uit te kunnen zieken
iemand die appels brengt
gisteren voor het eerst even naar buiten: manman wat n zon!
er wordt goed voor mij gezorgd
eerst niet
maar toen ik er om vroeg waren er heel wat mensen die me wilden helpen!
ja dankbaar...
“Beschut onder Uw bescherming, o Gij Geest van zuiverheid, Gij Die de almilddadige Verzorger zijt, deze door U geboeide, in vuur geraakte dienaar. Help hem in deze bestaanswereld standvastig en trouw te blijven in Uw liefde en sta toe dat deze vleugellamme vogel een schuilplaats en toevlucht vindt in Uw goddelijk nest dat in de hemelse boom rust.”
- ‘Abdu’l Bahá
Elfde dag
de grootste uitdaging is toch wel om na het ontwaken de dag goed aan te vangen.
wakker worden
de ochtend voelen
contact maken met mijn lichaam
met Bahá’u’lláh, de Zon,
mijn spiegel naar het Licht keren, in me opnemen,
liefde voelen en luisteren tot het zich wil verspreiden.
als ik eerst op mn mobiel kijk is dat heus niet goed of fout maar dan ontneem ik mezelf wel iets.
ik weet dat het gedurende de vastenperiode wel vol te houden is, maar daarna verwateren de goede gewoonten vaak weer...
hoe kan ik er voor zorgen dat deze gewoonte blijft?
Dertiende dag
wanneer iets wordt geboren dan weet je hooguit wát het is. het is bijvoorbeeld een vogel, of een mens. je weet nog niet hóe het is, waar het heel goed in zal zijn of juist minder goed.
ik worstel met de gedachte dat ik meer zou moeten studeren. zó vaak krijg ik vragen waar ik niet meteen antwoord op kan geven omdat er ook zoveel over te zeggen is en tegelijkertijd is weinig en simpel vaak beter. wat een dilemma!
maar ik ben niet heel goed met boeken...
nu heb ik dus de youtube cursussen van Willmette insitute ontdekt, met belezen sprekers waar ik stiekum jaloers op ben...
toch denk ik ook dat je een poes niet moet dwingen om te zwemmen. ja, het is fijn als ie het kan, maar bomen zijn voor hem gemaakt! daar kan hij zn nagels in zetten en lekker omhoog klimmen, of sluipen door de bosjes.
laat mij maar freubelen en mooie dingen maken. ik wil tevreden zijn met hoe ik ben geboren, hoe ik ben gemaakt, waar ik goed in ben en juist minder goed.
“He is the Compassionate, the All-Bountiful! O God, my God! Thou seest me, Thou knowest me; Thou art my Haven and my Refuge. None have I sought nor any will I seek save Thee; no path have I trodden nor any will I tread but the path of Thy love. In the darksome night of despair, my eye turneth expectant and full of hope to the morn of Thy boundless favor and at the hour of dawn my drooping soul is refreshed and strengthened in remembrance of Thy beauty and perfection. He whom the grace of Thy mercy aideth, though he be but a drop, shall become the boundless ocean, and the merest atom which the outpouring of Thy loving kindness assisteth, shall shine even as the radiant star.
Shelter under Thy protection, O Thou Spirit of purity, Thou Who art the All-Bountiful Provider, this enthralled, enkindled servant of Thine. Aid him in this world of being to remain steadfast and firm in Thy love and grant that this broken-winged bird attain a refuge and shelter in Thy divine nest that abideth upon the celestial tree.”
‘Abdu’l Bahá