Ik drink een kop koffie, dat stilt de honger wat. Het tafeltje waar ik aan zit ligt vol met lekkers, ik neem er één maar blijf er verder af. Het is niet langer voldoende voor mij om alleen maar wat te zitten en rond te kijken. Ook merkte ik onlangs dat het inloophuis waar ik meerdere malen per week te gast ben me verveelt. Eerst zat ik er hele middagen, nu loop ik binnen voor een kop koffie en ga meteen weer weg. Ik wil meer prikkels. Het is tijd dat ik andere tijdsbestedingen zoek.
Ik ben steeds meer wie ik altijd al was maar niet kon zijn.